De saarlooswolfhond: Gezondheid
De saarloos wolfhond heeft zoals alle rassen te kampen met een aantal erfelijke aandoeningen. Hieronder zijn enkele van deze aandoeningen opgesomd en worden deze verder besproken. Let wel, niet alle aandoeningen staan hieronder vermeld. Dit is zeker belangrijk om in het achterhoofd te houden bij het fokken van dit mooie ras.
Progressieve rentina astroffie (PRA)
Degeneratieve Myelopathie (DM)
Cataract
Hypofysaire dwerggroei
Epilepsie
Progressieve rentina astroffie (PRA)
De cellen van het netvlies ontvangen licht-stimulaties van de buitenwereld en zenden deze informatie naar de hersenen waar het wordt geinterpreteerd en een beeld vormt. Bij PRA verslechteren de nestvlies-cellen en met als gevolg blindheid.
De naam Progressive Retinal Atrophy bevat verschillende types van erfelijke verslechtering (afbraak) van het netvlies. Onderverdelingen van PRA zijn gebaseerd op de leeftijd waarop de aandoening zichtbaar wordt en het type netvlies-cel dat aangedaan is. Beide ogen zijn evenredig aangedaan en eventueel wordt de hond geheel blind.
Er komt een vorm van PRA voor, die op latere leeftijd optreedt. De leeftijd waarop deze aandoening zich openbaart is meestal tussen 4-10 jaar, maar er zijn gevallen gemeld tussen 3-13 jaar.
Als eigenaar bemerkt u eerst nachtblindheid en verslechtert deze situatie zich (vaak binnen een jaar) totdat totale blindheid is opgetreden. Het zicht langs de randen wordt eerst verloren (tunnelzicht).
Hoe wordt PRA vastgesteld?
Er is geen duidelijk herkenbare verandering in het oog. U kunt waarnemen dat uw hond problemen heeft om rond te lopen als het licht uit is, of in het donker buiten. Als u uw hond verdenkt van slechter zicht, zal uw gespecialiseerd dierenarts met een opthalmoscoop kijken naar afwijkingen..
Hoe wordt PRA behandeld?
Er is geen behandeling voor PRA. De mate van zichtverlies verschilt per hond, maar de meeste aangedane honden zullen uiteindelijk compleet blind worden. Met hun goede reuk en gehoor kunnen honden dit verlies goed compenseren, speciaal in de eigen/bekende omgeving. Soms zelfs zo goed, dat eigenaren (in het begin) onwetend kunnen zijn over het verlies van het gezichtsvermogen van hun hond. Indien uw hond slecht ziet of zelfs blind is (geworden) kunt u uw hond helpen door vaste looproutes te kiezen, dezelfde omgeving te behouden, noodzakelijke wijzigingen geleidelijk door te voeren en geduldig te zijn. Maar echt makkelijk en aangenaam zal het voor je hond nooit echt zijn!
Degeneratieve Myelopathie (DM)
Met dank aan Conny en Walter Reek van kennel Callandshof en hun hond Anoebis.
D.M. houdt het volgende in:
Het is een neurologische aandoening, met het gevolg dat de hond binnen korte tijd verlamt raakt. In het ruggenmerg lopen de zenuwbanen welke de spieren aansturen. Deze zenuwen liggen in bundels gegroepeerd in de zogenoemde "witte stof". Deze witte stof wordt aangetast, de isolatie (myeline) van de zenuwen verdwijnt en de zenuwen sterven af, waardoor de aansturing van de spieren steeds minder wordt. De eerste verschijnselen zijn, dat de hond begint te slepen met een achterpoot, snel zijn dit er twee, de hond struikelt snel, en zet zijn voet dubbel geklapt neer met de tenen op de grond. De hond corrigeert zichzelf steeds langzamer, en de nagels aan de voeten beginnen te slijten. Op een gegeven moment valt de hond om (reu) tijdens het urineren, en valt de hond achterover bij het ontlasten. Later wordt de hond incontinent, en vallen steeds meer vitale organen uit.
Het goede nieuws nu is, dat het gen dat deze ziekte veroorzaakt ook bij de Saarloos gevonden kan worden, zodat ook deze ziekte op den duur uit het ras kan worden gefokt. Het overerft hetzelfde als PRA en dwerggroei. De hond moet dus twee genen hebben met het D.M. gen, wil de ziekte zich manifesteren.
Degene die zijn hond hierop wil laten testen, kan terecht bij het Van Haeringen Laboratorium. De aanvraag formulieren zijn van hun web-site te downloaden. Zelf kunt U erop schrijven dat het om D.M. gaat. Het onderzoek kan zowel met EDTA bloed, als met wangslijmvlies gedaan worden. De kosten voor het onderzoek zijn nu ongeveer 60 Euro.
Zie http://www.vhlgenetics.com
Voor een uitgebreid verhaal, verloop en eventuele alternatieve behandelingen kunt U terecht op www.callandshof.nl
Cataract
Cataract is iedere vorm van vertroebeling of verlies van doorzichtigheid van de ooglens. De vertroebeling kan zich isoleren tot een klein gebied van de lens, maar kan ook betrekking hebben op de gehele structuur. Als cataract beide ogen heeft aangetast, zal dit resulteren in blindheid, terwijl kleine niet-progressieve cataract het zicht niet zal beinvloeden.
Primaire cataract komt voor bij bepaalde rassen, bij andere rassen kan de cataract secundair ontwikkelen als gevolg van een andere aandoening, zoals bijvoorbeeld Progressive Retinal Atrophy (PRA) of Glaucoom.
Hypofysaire dwerggroei bij de Saarlooswolfhond (bron van dit artikel universiteit van utrecht)
De hypofyse (of ‘hersenaanhangsel’) is een hormoonproducerende klier die via een kort steeltje verbonden is met de hersenen. Dit kliertje bestaat uit drie onderdelen: de voorkwab, de middenkwab en de achterkwab. In de voorkwab worden een zestal hormonen gemaakt die van belang zijn voor een goed verloop van vitale lichaamsfuncties, zoals groei, voortplanting, melkproductie, stofwisseling en het kunnen omgaan met stress. Deze zes hormonen zijn:
Groeihormoon (GH), dat o.a. heel belangrijk is voor de groei
Thyroïd-stimulerend hormoon (TSH), dat de schildklierfunctie reguleert
Prolactine (PRL), dat o.a. de melkklieren stimuleert
Follikel-stimulerend hormoon (FSH) en Luteïniserend hormoon (LH), die betrokken zijn bij de eisprong (ovulatie) van vrouwelijke dieren en de spermaproductie van mannelijke dieren
Adrenocorticotroof hormoon (ACTH), dat een stimulerende invloed heeft op de bijnierschors
Een afwijking in de ontwikkeling van de hypofyse(voorkwab) kan leiden tot een tekort van één of meerdere van deze hormonen. Een treffend voorbeeld van een aandoening die door zo’n tekort veroorzaakt wordt is hypofysaire dwerggroei. Deze recessief overerfbare afwijking is bij een aantal hondenrassen beschreven, maar komt het meeste voor bij de Duitse herdershond, de Saarlooswolfhond, en de Karelische berenhond. Bij de laatste 2 rassen is het voorkomen van deze erfelijke aandoening waarschijnlijk het gevolg van het inzetten van Duitse herdershonden, die dragers waren van het afwijkende gen dat verantwoordelijk is voor de dwerggroei, in het fokprogramma.
Bij de hypofysaire dwerggroei bij de genoemde rassen is er niet alleen sprake van een tekort aan groeihormoon, maar ook aan TSH, prolactine, LH en FSH. Alleen de afgifte door de hypofyse van ACTH lijkt normaal te verlopen.
Honden die drager zijn van het afwijkende gen (= mutatie) dat verantwoordelijk is voor de dwerggroei zien er totaal hetzelfde uit als de rasgenoten die geen drager zijn. Aangezien het om een recessieve afwijking van een enkel gen gaat is wel direct duidelijk dat bij de geboorte van een hond met hypofysaire dwerggroei beide ouders dragers zijn van de afwijking.
De groeiachterstand en de afwijkende vacht worden meestal opgemerkt op een leeftijd van 2 tot 3 maanden. De haren van de vacht zitten erg los en kunnen gemakkelijk worden uitgetrokken. Als de vacht verloren gaat kan de huid gaan schilferen en wordt er meer pigment aangemaakt, waardoor de huid donker van kleur wordt. Verder worden bij dwergen als gevolg van een afgenomen plaatselijke weerstand vaak bacteriële huidinfecties gezien.
Maar het blijft niet bij de uiterlijke verschijnselen als huid- en vachtafwijkingen! Deze dwergen lijden aan een heel scala aan problemen. Het tekort aan groeihormoon leidt bijvoorbeeld ook tot een onderontwikkeling van de nieren, waardoor chronisch nierfalen ontstaat. Daarnaast lijden de dwergen, door het tekort aan TSH, aan een te traag werkende schildklier, waardoor de dwergen sloom en traag worden. Verder kan het tekort aan geslachtshormonen bij mannelijke dwergen leiden tot het niet indalen van één of beide testikels en bij de vrouwelijke dieren zien we dat de loopsheid heel vaak (maar zonder eisprong) optreedt. Hypofysaire dwerggroei is dus een ernstige handicap!
Hoewel het klinische beeld heel duidelijk lijkt te zijn, moet de definitieve diagnose gesteld worden met behulp van zogenaamde ‘hypofyse stimulatie testen’. Met deze testen kan het tekort aan groeihormoon, TSH, prolactine, LH en FSH worden aangetoond.
De behandeling van een hond met hypofysaire dwerggroei zou idealerwijs moeten bestaan uit het toedienen van groeihormoon en schildklierhormoon. Toediening van schildklierhormoon is geen probleem, maar groeihormoon voor honden is niet beschikbaar. Onderzoek heeft aangetoond dat het groeihormoon van varkens identiek is aan hondengroeihormoon. Helaas is het verboden om varkensgroeihormoon in Nederland te importeren. De Faculteit Diergeneeskunde in Utrecht heeft echter toestemming gekregen om een beperkt aantal dwerghonden, in het kader van onderzoek, te behandelen met varkensgroeihormoon.
Zonder behandeling is de prognose van honden met dwerggroei matig tot slecht. Veel dwerghonden worden niet ouder dan 4 tot 5 jaar. Sommige dwerghonden worden ouder, waarschijnlijk omdat ze toch nog wat hypofysehormonen produceren.
Duidelijk mag dus zijn dat voorkomen moet worden dat honden met een dergelijke ernstige handicap, waarvoor in de meeste gevallen geen goede behandeling beschikbaar is, worden geboren. Om te voorkomen dat er nog dwergjes geboren worden, moet gestopt worden met het kruisen van dragers van deze aandoening. Het probleem hierbij is, zoals gemeld, dat men aan de buitenkant van een hond niet kan zien of het dier drager is van de afwijking (=mutatie). Hiervoor is een genetische test nodig. En na 15 jaar intensief onderzoek op de Universiteitskliniek voor Gezelschapsdieren van de Faculteit Diergeneeskunde is deze er nu! Als deze test wordt toegepast bij alle honden die gebruikt worden in de fokkerij dan hoeft er geen enkele dwerghond meer geboren te worden.
Misschien lijkt een dergelijke test niet zo van belang, omdat de aandoening maar weinig lijkt voor te komen. Er moet echter rekening gehouden worden met het feit dat veel dwergjes al sterven in de baarmoeder of vlak na de geboorte. Ook moet men beseffen dat indien slechts 1 procent van de honden dwerg is, maar liefst 18 procent van de populatie drager van de mutatie zal zijn. Het aantal dragers ligt hierdoor veel hoger dan men in eerste instantie zou denken! Indien nu 2 van deze dragers met elkaar gekruist worden zal gemiddeld genomen een kwart (!) van het nest uit dwergjes bestaan en de helft van het nest drager van de mutatie zijn.
Kort samengevat is hypofysaire dwerggroei een ernstige, ongeneselijke aandoening waarvan de frequentie van voorkomen sterk wordt onderschat! Het goede nieuws is echter dat er nu een genetische test bestaat waarmee dragers van de mutatie geïdentificeerd kunnen worden. Indien alle fokdieren eenmalig op deze mutatie worden getest en een correct fokbeleid wordt toegepast, hoeft deze ernstige aandoening vanaf nu nooit meer voor te komen.
Nu deze test er is moeten er hopelijk nooit nog saarlooswolfhonden geboren worden die lijden aan dwerggroei.
Epilepsie
Over epilepsie bij honden is er niet zoveel bekend. Wat de oorzaak dan wel is, is het erfelijk of niet? Wanneer de hond het krijgt.
Er is zijn ook verschillende vormen van epilepsie, van een klein beetje afwezig zijn tot schuimbekkend, schokkend door de kamer te botsen.
De frequentie kan verschillend zijn van een enkele aanval om de zoveel tijd, of eenmalig tot van de ene aanval in de andere aanval over te gaan.
Ook word er ook verschillende behandelingen voorgeschreven.
Het is verschrikkelijk om je lieve, schat zo een aanval te zien mee maken, je voelt je er heel machteloos over. Dat wens je geen een levend wezen toe. Daar er niet zoveel over bekend is verwijs ik graag door naar deze toch wel informatieve website over epilepsie bij honden:
http://www.epilepsiebijhonden.nl/alternatief.htm
Progressieve rentina astroffie (PRA)
Degeneratieve Myelopathie (DM)
Cataract
Hypofysaire dwerggroei
Epilepsie
Progressieve rentina astroffie (PRA)
De cellen van het netvlies ontvangen licht-stimulaties van de buitenwereld en zenden deze informatie naar de hersenen waar het wordt geinterpreteerd en een beeld vormt. Bij PRA verslechteren de nestvlies-cellen en met als gevolg blindheid.
De naam Progressive Retinal Atrophy bevat verschillende types van erfelijke verslechtering (afbraak) van het netvlies. Onderverdelingen van PRA zijn gebaseerd op de leeftijd waarop de aandoening zichtbaar wordt en het type netvlies-cel dat aangedaan is. Beide ogen zijn evenredig aangedaan en eventueel wordt de hond geheel blind.
Er komt een vorm van PRA voor, die op latere leeftijd optreedt. De leeftijd waarop deze aandoening zich openbaart is meestal tussen 4-10 jaar, maar er zijn gevallen gemeld tussen 3-13 jaar.
Als eigenaar bemerkt u eerst nachtblindheid en verslechtert deze situatie zich (vaak binnen een jaar) totdat totale blindheid is opgetreden. Het zicht langs de randen wordt eerst verloren (tunnelzicht).
Hoe wordt PRA vastgesteld?
Er is geen duidelijk herkenbare verandering in het oog. U kunt waarnemen dat uw hond problemen heeft om rond te lopen als het licht uit is, of in het donker buiten. Als u uw hond verdenkt van slechter zicht, zal uw gespecialiseerd dierenarts met een opthalmoscoop kijken naar afwijkingen..
Hoe wordt PRA behandeld?
Er is geen behandeling voor PRA. De mate van zichtverlies verschilt per hond, maar de meeste aangedane honden zullen uiteindelijk compleet blind worden. Met hun goede reuk en gehoor kunnen honden dit verlies goed compenseren, speciaal in de eigen/bekende omgeving. Soms zelfs zo goed, dat eigenaren (in het begin) onwetend kunnen zijn over het verlies van het gezichtsvermogen van hun hond. Indien uw hond slecht ziet of zelfs blind is (geworden) kunt u uw hond helpen door vaste looproutes te kiezen, dezelfde omgeving te behouden, noodzakelijke wijzigingen geleidelijk door te voeren en geduldig te zijn. Maar echt makkelijk en aangenaam zal het voor je hond nooit echt zijn!
Degeneratieve Myelopathie (DM)
Met dank aan Conny en Walter Reek van kennel Callandshof en hun hond Anoebis.
D.M. houdt het volgende in:
Het is een neurologische aandoening, met het gevolg dat de hond binnen korte tijd verlamt raakt. In het ruggenmerg lopen de zenuwbanen welke de spieren aansturen. Deze zenuwen liggen in bundels gegroepeerd in de zogenoemde "witte stof". Deze witte stof wordt aangetast, de isolatie (myeline) van de zenuwen verdwijnt en de zenuwen sterven af, waardoor de aansturing van de spieren steeds minder wordt. De eerste verschijnselen zijn, dat de hond begint te slepen met een achterpoot, snel zijn dit er twee, de hond struikelt snel, en zet zijn voet dubbel geklapt neer met de tenen op de grond. De hond corrigeert zichzelf steeds langzamer, en de nagels aan de voeten beginnen te slijten. Op een gegeven moment valt de hond om (reu) tijdens het urineren, en valt de hond achterover bij het ontlasten. Later wordt de hond incontinent, en vallen steeds meer vitale organen uit.
Het goede nieuws nu is, dat het gen dat deze ziekte veroorzaakt ook bij de Saarloos gevonden kan worden, zodat ook deze ziekte op den duur uit het ras kan worden gefokt. Het overerft hetzelfde als PRA en dwerggroei. De hond moet dus twee genen hebben met het D.M. gen, wil de ziekte zich manifesteren.
Degene die zijn hond hierop wil laten testen, kan terecht bij het Van Haeringen Laboratorium. De aanvraag formulieren zijn van hun web-site te downloaden. Zelf kunt U erop schrijven dat het om D.M. gaat. Het onderzoek kan zowel met EDTA bloed, als met wangslijmvlies gedaan worden. De kosten voor het onderzoek zijn nu ongeveer 60 Euro.
Zie http://www.vhlgenetics.com
Voor een uitgebreid verhaal, verloop en eventuele alternatieve behandelingen kunt U terecht op www.callandshof.nl
Cataract
Cataract is iedere vorm van vertroebeling of verlies van doorzichtigheid van de ooglens. De vertroebeling kan zich isoleren tot een klein gebied van de lens, maar kan ook betrekking hebben op de gehele structuur. Als cataract beide ogen heeft aangetast, zal dit resulteren in blindheid, terwijl kleine niet-progressieve cataract het zicht niet zal beinvloeden.
Primaire cataract komt voor bij bepaalde rassen, bij andere rassen kan de cataract secundair ontwikkelen als gevolg van een andere aandoening, zoals bijvoorbeeld Progressive Retinal Atrophy (PRA) of Glaucoom.
Hypofysaire dwerggroei bij de Saarlooswolfhond (bron van dit artikel universiteit van utrecht)
De hypofyse (of ‘hersenaanhangsel’) is een hormoonproducerende klier die via een kort steeltje verbonden is met de hersenen. Dit kliertje bestaat uit drie onderdelen: de voorkwab, de middenkwab en de achterkwab. In de voorkwab worden een zestal hormonen gemaakt die van belang zijn voor een goed verloop van vitale lichaamsfuncties, zoals groei, voortplanting, melkproductie, stofwisseling en het kunnen omgaan met stress. Deze zes hormonen zijn:
Groeihormoon (GH), dat o.a. heel belangrijk is voor de groei
Thyroïd-stimulerend hormoon (TSH), dat de schildklierfunctie reguleert
Prolactine (PRL), dat o.a. de melkklieren stimuleert
Follikel-stimulerend hormoon (FSH) en Luteïniserend hormoon (LH), die betrokken zijn bij de eisprong (ovulatie) van vrouwelijke dieren en de spermaproductie van mannelijke dieren
Adrenocorticotroof hormoon (ACTH), dat een stimulerende invloed heeft op de bijnierschors
Een afwijking in de ontwikkeling van de hypofyse(voorkwab) kan leiden tot een tekort van één of meerdere van deze hormonen. Een treffend voorbeeld van een aandoening die door zo’n tekort veroorzaakt wordt is hypofysaire dwerggroei. Deze recessief overerfbare afwijking is bij een aantal hondenrassen beschreven, maar komt het meeste voor bij de Duitse herdershond, de Saarlooswolfhond, en de Karelische berenhond. Bij de laatste 2 rassen is het voorkomen van deze erfelijke aandoening waarschijnlijk het gevolg van het inzetten van Duitse herdershonden, die dragers waren van het afwijkende gen dat verantwoordelijk is voor de dwerggroei, in het fokprogramma.
Bij de hypofysaire dwerggroei bij de genoemde rassen is er niet alleen sprake van een tekort aan groeihormoon, maar ook aan TSH, prolactine, LH en FSH. Alleen de afgifte door de hypofyse van ACTH lijkt normaal te verlopen.
Honden die drager zijn van het afwijkende gen (= mutatie) dat verantwoordelijk is voor de dwerggroei zien er totaal hetzelfde uit als de rasgenoten die geen drager zijn. Aangezien het om een recessieve afwijking van een enkel gen gaat is wel direct duidelijk dat bij de geboorte van een hond met hypofysaire dwerggroei beide ouders dragers zijn van de afwijking.
De groeiachterstand en de afwijkende vacht worden meestal opgemerkt op een leeftijd van 2 tot 3 maanden. De haren van de vacht zitten erg los en kunnen gemakkelijk worden uitgetrokken. Als de vacht verloren gaat kan de huid gaan schilferen en wordt er meer pigment aangemaakt, waardoor de huid donker van kleur wordt. Verder worden bij dwergen als gevolg van een afgenomen plaatselijke weerstand vaak bacteriële huidinfecties gezien.
Maar het blijft niet bij de uiterlijke verschijnselen als huid- en vachtafwijkingen! Deze dwergen lijden aan een heel scala aan problemen. Het tekort aan groeihormoon leidt bijvoorbeeld ook tot een onderontwikkeling van de nieren, waardoor chronisch nierfalen ontstaat. Daarnaast lijden de dwergen, door het tekort aan TSH, aan een te traag werkende schildklier, waardoor de dwergen sloom en traag worden. Verder kan het tekort aan geslachtshormonen bij mannelijke dwergen leiden tot het niet indalen van één of beide testikels en bij de vrouwelijke dieren zien we dat de loopsheid heel vaak (maar zonder eisprong) optreedt. Hypofysaire dwerggroei is dus een ernstige handicap!
Hoewel het klinische beeld heel duidelijk lijkt te zijn, moet de definitieve diagnose gesteld worden met behulp van zogenaamde ‘hypofyse stimulatie testen’. Met deze testen kan het tekort aan groeihormoon, TSH, prolactine, LH en FSH worden aangetoond.
De behandeling van een hond met hypofysaire dwerggroei zou idealerwijs moeten bestaan uit het toedienen van groeihormoon en schildklierhormoon. Toediening van schildklierhormoon is geen probleem, maar groeihormoon voor honden is niet beschikbaar. Onderzoek heeft aangetoond dat het groeihormoon van varkens identiek is aan hondengroeihormoon. Helaas is het verboden om varkensgroeihormoon in Nederland te importeren. De Faculteit Diergeneeskunde in Utrecht heeft echter toestemming gekregen om een beperkt aantal dwerghonden, in het kader van onderzoek, te behandelen met varkensgroeihormoon.
Zonder behandeling is de prognose van honden met dwerggroei matig tot slecht. Veel dwerghonden worden niet ouder dan 4 tot 5 jaar. Sommige dwerghonden worden ouder, waarschijnlijk omdat ze toch nog wat hypofysehormonen produceren.
Duidelijk mag dus zijn dat voorkomen moet worden dat honden met een dergelijke ernstige handicap, waarvoor in de meeste gevallen geen goede behandeling beschikbaar is, worden geboren. Om te voorkomen dat er nog dwergjes geboren worden, moet gestopt worden met het kruisen van dragers van deze aandoening. Het probleem hierbij is, zoals gemeld, dat men aan de buitenkant van een hond niet kan zien of het dier drager is van de afwijking (=mutatie). Hiervoor is een genetische test nodig. En na 15 jaar intensief onderzoek op de Universiteitskliniek voor Gezelschapsdieren van de Faculteit Diergeneeskunde is deze er nu! Als deze test wordt toegepast bij alle honden die gebruikt worden in de fokkerij dan hoeft er geen enkele dwerghond meer geboren te worden.
Misschien lijkt een dergelijke test niet zo van belang, omdat de aandoening maar weinig lijkt voor te komen. Er moet echter rekening gehouden worden met het feit dat veel dwergjes al sterven in de baarmoeder of vlak na de geboorte. Ook moet men beseffen dat indien slechts 1 procent van de honden dwerg is, maar liefst 18 procent van de populatie drager van de mutatie zal zijn. Het aantal dragers ligt hierdoor veel hoger dan men in eerste instantie zou denken! Indien nu 2 van deze dragers met elkaar gekruist worden zal gemiddeld genomen een kwart (!) van het nest uit dwergjes bestaan en de helft van het nest drager van de mutatie zijn.
Kort samengevat is hypofysaire dwerggroei een ernstige, ongeneselijke aandoening waarvan de frequentie van voorkomen sterk wordt onderschat! Het goede nieuws is echter dat er nu een genetische test bestaat waarmee dragers van de mutatie geïdentificeerd kunnen worden. Indien alle fokdieren eenmalig op deze mutatie worden getest en een correct fokbeleid wordt toegepast, hoeft deze ernstige aandoening vanaf nu nooit meer voor te komen.
Nu deze test er is moeten er hopelijk nooit nog saarlooswolfhonden geboren worden die lijden aan dwerggroei.
Epilepsie
Over epilepsie bij honden is er niet zoveel bekend. Wat de oorzaak dan wel is, is het erfelijk of niet? Wanneer de hond het krijgt.
Er is zijn ook verschillende vormen van epilepsie, van een klein beetje afwezig zijn tot schuimbekkend, schokkend door de kamer te botsen.
De frequentie kan verschillend zijn van een enkele aanval om de zoveel tijd, of eenmalig tot van de ene aanval in de andere aanval over te gaan.
Ook word er ook verschillende behandelingen voorgeschreven.
Het is verschrikkelijk om je lieve, schat zo een aanval te zien mee maken, je voelt je er heel machteloos over. Dat wens je geen een levend wezen toe. Daar er niet zoveel over bekend is verwijs ik graag door naar deze toch wel informatieve website over epilepsie bij honden:
http://www.epilepsiebijhonden.nl/alternatief.htm