Geschiedenis van de Saarlooswolfhond
Leendert Saarloos, geboren en getogen in Dordrecht, was een voormalig scheepskok en electriciën. Hij hield van de natuur en van honden en hij zou de schepper worden van een uniek Nederlands hondenras. Saarloos sprak soms smalend over kwekers van sierhondjes als hij fokkers van gewone huishonden bedoelde. Hij was een groot liefhebber van de Duitse Herdershond, maar hij vond dat ook dit ras te veel van zijn natuurlijke eigenschappen verloren had. Leendert Saarloos stelde zich daarom ten doel om in de Duitse Herder weer de natuurlijke eigenschappen terug te fokken. Hij kocht een Duitse Herderreu, Gerard van de Fransenum, van het klassiek Pruisische type. Gerard was een afstammeling van honden die tijdens de eerste wereldoorlog in het Duitse leger gediend hadden voor het Rode Kruis. Rond 1925 begon Saarloos met zijn experimentele fokkerij. Hij paarde de reu Gerard aan een Europese wolvin die hij Fleur noemde en die hij uit de Rotterdamse diergaarde Blijdorp had verkregen. Hij wilde zo een ras creëren zonder degeneratiefouten. Saarloos noemde zijn kennel van de Kilstroom. De naam was afgeleid van het riviertje de Dordtse Kil.
Door terugparingen op stamvader Gerard verkreeg Saarloos een basispopulatie kwartwolven. Zijn hond-wolf kruisingen gaf hij de naam Europese Wolfhond. Saarloos moest een strenge selectie toepassen om geschikte nakomelingen te krijgen als werkhond. De noodzakelijke aanvalsdrift was bij de meeste nakomelingen afwezig. De vluchtdrift van de wolf bleek erfelijk dominant over de aanvalsdrift van de Duitse Herder. Rond het einde van de jaren 50, begin jaren 60, bleken sommige exemplaren toch geschiktheid te hebben om te dienen als speur- en reddingshond. De Europese wolfhond werd toen regelmatig ingezet bij de Bescherming Bevolking in Dordrecht. Enkele honden dienden zelfs bij de politie van Dordrecht bij de recherche. Door hun voorzichtige aard waren anderen bruikbaar als blindengeleidehond. Onder auspiciën van de door Leendert Saarloos opgerichte blindengeleidehondenschool werden ongeveer 10 honden per jaar getraind en gratis aan blinden beschikbaar gesteld. De schuwheid, die voor de hedendaagse Saarlooswolfhond zo kenmerkend is, was toen nauwelijks aanwezig. De invloed van stamvader Gerard was nog duidelijk merkbaar. Bovendien fokte Leendert Saarloos uitsluitend op karakter, op het uiterlijk van zijn honden lette hij niet, dat was voor hem van ondergeschikt belang. Na lang en veel aandringen van liefhebbers die meer aandacht hadden voor het mooie uiterlijk van zijn honden en het experiment wilden aangaan om een 3/4 wolf als huishond te houden, heeft Leendert Saarloos zich tenslotte laten overhalen. In 1963 kruiste hij weer een wolvin in, weer afkomstig uit Diergaarde Blijdorp; zij werd weer Fleur genoemd. Deze wolvin paarde Saarloos aan de Europese Wolfhond Yro van de Kilstroom. Maar de nakomelingen kwamen in zijn kennel terug; ze waren ongeschikt om in de huiselijke kring te worden opgenomen! Een van de nakomelingen, Valpar van de Kilstroom, had Leendert Saarloos zelf in zijn kennel gehouden. Deze wolfhond werd later ingezet om het ras meer homogeniteit te geven. Door de grotere invloed van de wolf werd de schuwheid van de nakomelingen ook weer groter. Daardoor verloor het ras de geschiktheid als werkhond. De Saarlooswolfhond verdween ten slotte als blindengeleidehond uit het straatbeeld. De schuwheid van de Saarlooswolfhond is nu in de nieuwe rasstandaard opgenomen. Een vrije, dat wil zeggen niet schuwe, Saarlooswolfhond wordt tegenwoordig als niet rastypisch beschouwd. De rasstandaard spreekt van een gereserveerd karakter, maar schuw is een woord dat het karakter van de huidige Saarlooswolfhond beter typeert. Een karaktertrek die Leendert Saarloos zeker niet zou hebben goedgekeurd voor zijn ras. Overigens vertoont de SWH dit schuwe gedrag alleen in onbekende situaties en bij onbekende personen. Dit moet niet verward worden met angstig gedrag. Deze hond is nou eenmaal overal en altijd uitermate op zijn hoede en gaat daarbij uitsluitend af op eigen waarneming en instinct. Onbetrouwbaar of agressief is de Saarlooswolfhond nooit! Voor bekenden is hij heel vriendelijk en voor het baasje en de gezinsleden heel aanhankelijk. Saarloos heeft lang gestreden bij de Raad van Beheer, de overkoepelende organisatie in Nederland op kynologisch gebied, om zijn ras officieel erkend te krijgen. Maar de tegenlobby, aangevoerd door fokkers van Duitse Herders die in zijn fokkerij een bedreiging zagen voor de goede naam van de Duitse Herder, was te sterk. Bovendien wilde Saarloos dat alle honden op zijn naam werden geregistreerd en dat was tegen de regels. De erkenning van het ras kwam pas op 5 juli 1975. Saarloos heeft dat niet meer mee mogen maken. Hij overleed 6 jaar eerder in 1969. Bij de erkenning veranderde de Raad van Beheer de naam Europese Wolfhond in Saarlooswolfhond. Zo kreeg Leendert Saarloos posthuum toch nog volkomen terecht zijn eerbetoon. En daarom zal dit schitterende ras voor altijd, ter nagedachtenis aan zijn schepper, de naam Saarlooswolfhond dragen. |